India part 4

24 mei 2015

Na de rondreis door Rajahstan en een weekje in Delhi is het tijd om het over een andere boeg te gooien. We laten het vaste land tijdelijk achter ons en vertrekken voor ruim 2,5 week naar de Andaman en Nicobar eilanden. Een eilandengroep die geografisch gezien dichter bij Myanmar (Birma) en Indonesië ligt, maar die toch bij India hoort. Op verschillende van deze eilanden wonen nog beschermde stammen, die zich qua ontwikkeling nog in het jagen & verzamelen tijdperk bevinden. In het zuiden, in de Nicobar eilanden (verboden gebied voor toeristen) wonen zelfs nog stammen die nog nooit met westerse of Indische beschaving in contact zijn geweest (terwijl bepaalde andere stammen helaas behoorlijk onderdrukt zijn ondertussen). Kortom – een enorm afgelegen gebied, lekker tropisch en een mooie afwisseling van het warme, droge en stoffige klimaat van de afgelopen maanden.

Het is laat op de avond als we op het vliegveld van Delhi arriveren. De vlucht staat geplanned om om 02:00 in de nacht te vertrekken. Het is een onrustige nacht in het vliegtuig, ondanks dat we plaatsen met extra beenruimte hebben kunnen organiseren. Het is in totaal zo'n 4 uur (!) vliegen, met een korte tussenstop in Calcutta. Het is 07:15 in de ochtend als we in Port Blair arriveren en zodra we het vliegtuig uit stappen voelt het meteen heel tropisch! De palmbomen zijn overal, en het is zo'n heerlijk klein vliegveldje, typerend voor een afgelegen bestemming. Na het invullen van het nodige papierwerk hebben we de 'permit' voor de eilanden geregeld (je hebt als buitenlandse toerist aparte toestemming nodig om het gebied in te mogen, iets wat tegenwoordig overigens een puur administratieve aangelegenheid is). Samen met twee andere westerse toeristen die met hetzelfde vliegtuig zijn gearriveerd delen we een taxi naar de 'jetty', vanuit waar de veerboten naar de omliggende eilanden vertrekken. De luchthaven van Port Blair is op het grootste eiland, en ondanks dat veel Indische toeristen hier minimaal een aantal dagen verblijven, is hier niet zo veel te beleven. Na enige tijd wachten in de haven kunnen we bij het kantoor een ticket voor de ferry naar Havelock kopen. Havelock is het meest toeristische eiland en hier is veel goede accommodatie te vinden en er zijn een paar mooie stranden, dus een prima plek om een aantal dagen te vertoeven. Het kopen van een ticket verloopt een tikkie chaotisch, aangezien de grote groep ongeduldige locals. Na weer een paar uur wachten komt dan eindelijk de boot die ons naar onze eindbestemming voor vandaag moet brengen. Ondertussen zijn we natuurlijk helemaal gebroken van het niet slapen in het vliegtuig en het lange reizen en vele wachten. De bootreis op de gammele en slome ferry is prachtig, en het grootste deel van de tijd staan we op het dek naar de kustlijn te staren. De kustlijn is zo goed als nergens bebouwd en overal zijn palmbomen en azuurgroen en diepblauw water. Zijn we aanbeland in het paradijs? Het lijkt er wel op!

Eenmaal aangekomen op Havelock pakken we een rickshaw naar een van de dorpjes met resortjes en guesthouses, en checken we in in een 'eco-friendly' resortje ('eco' staat hier voor economische/goedkope bouwmaterialen :p). We zijn te moe om echt iets moois te zoeken dus we pakken het eerste wat goed genoeg is voor een nacht, en nemen ons voor om de volgende dag op zoek te gaan naar een mooie bungalow op het strand. We maken nog een kleine wandeling over het strand en eten die avond in een mooi resortje een stukje verderop. Die nacht op tijd naar bed (het is hier sowieso al om 17:30 donker, aangezien ze op de Indische tijd zitten, terwijl ze geografisch gezien eigenlijk in een heel andere tijdzone thuis horen, maar dat is kennelijk niet praktisch voor ze). Ik ben al weer vroeg uit de veren en als Sibylle wakker wordt heb ik al een scootertje geregeld. Heerlijk om weer terug te zijn in de tropen! Er gaat niks boven een fijne 125cc scooter en een beetje rondcrossen op een tropisch eiland! We gebruiken de scooter om een ander resortje te zoeken en checken in op de plek waar we de vorige avond gegeten hebben. We hebben geluk, want doordat het nu laagseizoen is (het is de periode relatief vlak voor het regenseizoen) kunnen we voor een mooi prijsje hier verblijven. We pakken de scooter en rijden langs een stukje langs de kust omhoog. De weg loopt door het tropische regenwoud dat hier nog volop aanwezig is. De zee is nooit ver weg en altijd in het zicht. Na een kwartiertje komen we bij een van de bekendere stranden van het eiland. We lopen nog een stukje verder omhoog en al snel is het compleet verlaten. We zoeken een plekje onder de schaduw van een boom en spenderen de rest van de dag met het liggen op het parelwitte strand en zwemmen in de blauwe zee! Het doet allemaal heel paradijslijk aan, en da's mooi – want dat is precies de reden waarom we naar de Andaman eilanden zijn gekomen! 's avonds eten we in het resortje en uiteraard eten we vis! Dat is een van de andere mooie afwisselingen, de keuken hier bestaat voornamelijk uit vis. Overigens zijn de thali's (eenvoudige currys met rijst en brood) en andere curry's ook voorhanden. Ondanks dat het ver van 'mainland India' is, is de typische Indische cultuur hier gewoon aanwezig. Het is wat dat betreft echt een Indische enclave. Bij het eten drinken we een lekker flesje bubbels – aangezien we zwaar verwend zijn en van het vaste land een paar flesjes mousserende wijn hebben meegenomen, wat nog een heel gesjouw was met onze rugtassen – die hierdoor wel erg zwaar waren geworden. Achteraf gezien hadden we ons deze moeite kunnen besparen – het bleek namelijk dat de Andaman eilanden een waar belastingparadijsje is – er is hier geen enkele vorm van belasting – en ook geen BTW (VAT voor degene die vertalers gebruiken). Bezine en Alcohol is hier daardoor dus goedkoper dan waar dan ook in India – en op Havelock hadden ze zelfs mousserende wijn in de wine-shop, iets wat we eigenlijk nog nergens gezien hebben.

De dagen die hierop volgen zijn vallen allemaal in het kader 'zeer relaxed'. Havelock is een prachtig eiland, groot genoeg om met de scooter overheen te toeren en verschillende plaatsen te bezoeken – maar klein genoeg voor dat echte tropische eiland gevoel. Het meest bekende strand – radhanagar beach – is een mooi strand om lekker te zwemmen (alhoewel je wel even een stukje moet lopen, om uit de (relatieve) drukte te geraken). Maar zodra je een paar minuten loopt dan ben je weer helemaal alleen op een prachtig strand waar de jungle direct achter je begint. Aangezien dit strand aan de westkant van het eiland is, heb je hier ook de zonsondergang – welke we de tweede dag hier hebben meegemaakt. Zie foto's voor het resultaat! Het was erg mooi. Helaas begon het daarna flink te regenen en moesten we nog het hele stuk terug rijden op de scooter (in het donker!) – over een niet al te goede en heuvelachtige weg door de jungle. In combinatie met de regen was dit niet al te eenvoudig en we moesten het heel rustig aan doen om heelhuids thuis te komen. Gelukkig klaart het aan het einde van de avond op en we hebben de rest van de weken eigenlijk nauwelijks regen gehad, op een paar buien na en een enkele dag met alleen maar regen. De derde dag op Havelock maken we een wandeling langs hetzelfde strand waar we de eerste dag op hebben gelegen – er was hier kennelijk een mooie baai waar je naar toe kon lopen. Het was een hele wandeling over het strand en door de naastliggende jungle, en de baai die we uiteindelijk hebben gevonden was 'okay' – maar niet zo mooi als we hadden gedacht. Desondanks hier toch even lekker op het strand gelegen en gezwommen. Daarna lopen we via een pad door de jungle naar een dorpje in de buurt. De locals zijn allemaal erg enthousiast als we voorbij komen lopen, en dat voelt altijd wel heel prettig – als je ergens bent waar ze niet zo veel toeristen zijn – dat ze blij zijn dat je er bent. Vooral de kindjes hier zijn weer ultra-schattig en sommige spreken nog best een woordje engels en willen van alles (vooral van Sibylle, zoals gewoonlijk) weten. Een van de andere dagen lopen we via een pad door de jungle, aan de andere kant van het eiland, naar 'Elephant Beach'. Geen idee waarom dit zo heet, want er zijn hier geen olifanten, maar het is een mooi strand waar je ook prachtig kan snorkelen. We hebben ondertussen een aantal goeie snorkels aangeschaft en het is prachtig om de onder-water wereld zo te verkennen. Voor de kust van Elephant beach ligt een mooi koraal rif en het stikt hier werkelijk van de verschillende grote en kleine visjes, in alle kleuren van de regenboog. Af en toe komt er een grote barracuda of andere grote vis voorbij, en dat is best wel even spannend, om zo'n groot dier te zien. Op een of andere manier voelt dat toch een beetje bedreigend.

Na een paar dagen op Havelock (iets langer dan geplanned, omdat het lastig bleek om ferry tickets naar onze volgende bestemming te krijgen) vertrekken we 's morgens vroeg met een kleine ferry, verder naar het noorden, richting Long Island. We zijn de enige toeristen op de drie uur durende ferry rit, en naar later bleek ook de enige toeristen die op Long Island verbleven. Long Island is een klein eilandje met maar 1 guesthouse erop. Bij aankomst in het guesthouse bleek dat de laatste toeristen een paar dagen geleden waren vertrokken en dat we dus verder helemaal alleen waren. Omdat we vroeg zijn opgestaan en het een heel gesjouw was met de backpacks (ra-ra wat zat er in die backpacks?) hadden we geen zin meer om verder die dag nog veel te ondernemen. Het guesthouse ligt op een heuvel tussen de jungle, en het terras van het resort is om een gigantische oude boom gebouwd – die potsierlijk in het midden staat. We lopen later op de middag naar het strandje in de buurt, maar dit was niet zo mooi en het water was hier ook niet zo helder. 's avonds op tijd naar bedje als we 's nachts wakker worden van een enorme onweersbui. Na opnieuw in slaap gevallen te zijn worden we 's morgens wakker en regent het nog steeds. Het blijkt dat het de gehele dag niet meer op houdt met regenenen – maar op zich was dat niet zo erg – aangezien de temperatuur nog steeds goed was en er fijne hangmatten waren om in te liggen. De hele dag niets anders gedaan dan lezen, de e-reader die ik bij heb wordt de laatste tijd helemaal grijs gedraaid. We waren even bang dat het regenseizoen nu echt begonnen was – maar gelukkig bleek het de volgende dag weer helemaal opgeklaard te zijn. Gelukkig maar -want vandaag staat er een mooie activiteit op het programma – het bezoeken van Lalaji Bay! Lalaji Bay is een prachtige baai met een super mooi strand aan de andere kant van het eiland. Om er te komen moet je ongeveer een uur door een pad in de jungle lopen. Door de regen is het pad hier en daar redelijk drassig en is de grond veranderd in een soort klei. De klei is zo plakkerig dat het onder je schoenzolen blijft plakken en je na 5 minuten dus met een kilo klei aan je schoenen loopt. Iedere keer stoppen om de schoenen schoon te maken. Maar, als we na een goed uur lopen dan eindelijk bij de baai aankomen – WOW! Palmbomen, jungle, blauwe zee, wit zandstrand bijna zonder rommel. En, misschien wel het allermooiste – helemaal voor ons alleen! Waar vind je nog zo iets?! We spenderen hier de hele dag met zwemmen, snorkelen (ook hier weer super!) en zonnen op het strand. Het is er zo rustgevend en verlaten – echt een plek om even helemaal 100% tot rust te komen en te genieten van al het moois dat het leven in de tropen te bieden heeft. Doesn't get better! De dag erna maken we nog een uitstapje met de boot van het guesthouse – en bezoeken we Merk Bay, zo'n 2 uur varen. Terwijl we op de boot zitten lijkt het er even op weer te gaan regenen – maar gelukkig blijft het droog. Ook hier weer een heel mooi strand, en ook hier weer erg mooi kunnen snorkelen. We blijven echter maar een paar uurtjes, omdat het ook weer een heel stuk met de boot terug is, en het nog steeds erg dreigend is qua weer – en op de terugweg met de boot begint het inderdaad te regenen, alhoewel het maar een kort buitje was. Aangezien er verder niet zo veel op Long Island te beleven was, zijn we de volgende dag weer vertrokken, een kort stukje (uurtje) met de boot, naar het plaatsje Rangat op Smith/North-Andaman Island. Vanuit hier pakken we verder de bus richting het noorden (slingerende weg dwars door de jungle), en komen na een busreis van zo'n 5 uur aan in Diglipur, helemaal in het noorden van de Andaman eilanden. Vanuit hier was het nog zo'n 30 minuten met de rickshaw naar onze eindbestemming Kalipur, waar we inchecken in het Pristine Beach Resort.

Pristine Beach resort wordt gerund door Alex, een tikje arrogante maar verder wel aardige kerel, die in het verleden een resort had op Havelock. We doen onze intrek in een van de multi-story bungalows, die overigens wel redelijk bouwvallig zijn – de matrassen erg oncomfortabel – en in de eerste bungalow er een hele kolonie muizen blijkt te wonen. Het was de rest van de tijd in Pristine Beach resort erg oppassen met etensresten etc, zelfs als het in je rugtas zat – want de muizen (of ratten?) knaagden dwars door je rugzak heen. En natuurlijk de herrie 's nachts van de rondlopende diertjes. Dus de dag erna verhuisd naar een andere bungalow. Het mooie van de bungalows was het prachtige terras/balkon op de 1e verdieping, waar het echt super goed toeven was. Alex, de eigenaar, had ons aangeboden om in een betere (en duurdere) bungalow te slapen , maar we wilden perse in de multi-story bungalows vanwege het balkon. Hier heel wat uurtjes doorgebracht met lekker lezen of later op de avond met een drankje. Het strand van Pristine Beach resort was helaas niet zo 'pristine' als de naam doet vermoeden – maar het was wel de mooiste plek om te snorkelen die we tot nu toe gezien hebben. De hoeveelheid vis hier was echt overweldigend – en we hebben zelfs een paar manta-rays gezien! Helaas geen schildpadden – ondanks dat die hier in grote mate voorkomen – was het niet het goede seizoen om ze te spotten. Vanaf het strand kon je ook naar een klein eilandje voor de kust zwemmen (na eerst een heel stuk te snorkelen, omdat je recht over een koraalrif gaat).We spenderen meerdere dagen in en rond de bungalow en snorkelen wat en chillen op het balkon. Helaas konden we in het nabijgelegen dorpje (Diglipur) geen scooter huren – wat onze flexibiliteit niet ten goede kwam helaas. Gelukkig was het restaurant van het resort erg goed – en de prijzen voor het eten hier heel betaalbaar. We hebben de kok meerdere keren verzocht om een grote vis mee te nemen van de markt – en deze werd dan door hem 's avonds bereid met een lekkere salade met frietjes en rijst. We hebben dus ontzettend veel vis gegeten deze week – en dat was genieten – want gelukkig kon de kok erg lekker koken.

Verder hebben we nog twee uitstapjes gemaakt. Een volle dag op pad met een rickshaw en chauffeur – die ons naar een strand op zo'n 1.5 uur rijden bracht. De rit over het eiland was misschien wel mooier dan het strand – dat hier niet zo heel bijzonder was. Een van de andere uitstapjes was het bezoeken van Ross & Smith Island. Dit is misschien wel een van de mooiste stranden die te vinden is op de Andaman eilanden, en misschien wel een van de mooiste stranden die je ooit ergens zal vinden. 's morgens zijn wel al op tijd uit de veren en gaan met de bus een stukje naar een haventje een half uurtje rijden. Om Ross & Smit Island te bezoeken moet je weer een speciaal permit aanvragen, en dit moet bij een kantoortje in de haven. Als we bij het loket komen zit er een of andere domme troela, die ons dom aanstaart zodra we hallo zeggen. We vragen om het permit, maar er komt niks anders uit dan een beetje gelach en ze praat in Hindi tegen haar collega die naast haar zit. Achter haar zitten er nog 3 mannen die allemaal elkaar aanstaren en er wordt veel gelachen. We werden echt totaal genegeerd terwijl het toch wel duidelijk moet zijn waarvoor we aan het loket staan. Uiteindelijk na een paar minuten bleek een van de mannen best een aardig woordje engels te spreken, maar kennelijk had hij eerder geen zin gehad om zijn talent ten toon te spreiden – ze vonden het maar wat leuk om ons een beetje aan te staren en, zoals het voor ons voelde – uit te lachen. Het is me a. een groot raadsel waarom mensen überhaupt een apart bewijs moeten hebben voor Ross & Smit eiland, en b. waarom er 5 mensen nodig zijn in een kantoortje om dit permit uit te schrijven. Pure bureaucratie en ze kunnen zo onbeleefd tegen je doen als ze willen omdat je het permit moet hebben. Daarnaast is er een vette prijsafspraak gemaakt tussen de mensen die je per boot naar Ross & Smit eiland varen waardoor het ook nog eens ontzettend prijzig is om er te komen. MAAR – dat allemaal terzijde – want als we met de boot over het water schieten (het is gelukkig wel een snelle boot) en aankomen bij Ross & Smitt eiland, is het werkelijk prachtig! Ross & Smith zijn twee piepkleine eilandjes die met elkaar zijn verbonden met een soort van natuurlijke brug, die helemaal uit wit zandstrand bestaat. Hierdoor heb je dus aan beide kanten een prachtig strand en het water hier is echt blauwer dan blauw en kraakhelder. Het is gelukkig nog vrij vroeg op de ochtend als we hier zijn – want er is geen enkele schaduw, anders dan een paar hutjes die ze een stukje verderop aan het land gebouwd hebben. We hebben een paar uur in het water gelegen en als je een stukje zwom kon je hier ook weer prima snorkelen. Het was een mooi uitstapje maar jammer dat ze het zo moeilijk en prijzig maken om hier te komen – en als je langer wilde blijven moest je ook nog een flink bedrag per uur betalen, voor de man met de boot die op je wachtte. Bij terugkomst in het haventje zijn we doorgereisd naar het nabijgelegen Diglipur en hebben daar lekker wat gegeten.

De laatste dag in het noorden van de Andaman eilanden besteden we weer in de buurt van ons resortje, en snorkelen wat en zwemmen op het nabijgelegen strandje. Daarna was het alweer tijd om afscheid te nemen en te beginnen aan de lange terugreis naar Port Blair – om hierna weer terug te vliegen naar Delhi voor de rest van onze reis. In de Lonely Planet hadden we gelezen dat het soms mogelijk is om helikopter vluchten te boeken – maar dat je hier op tijd bij moet zijn – en een beetje geluk moet hebben aangezien je als toerist de laagste prioriteit hebt om per helikopter te mogen reizen. Het is namelijk zwaar gesubsidieerd door de overheid omdat het anders totaal niet te betalen zou zijn. We hadden ons een paar dagen voordat we terug moesten reizen al opgegeven voor de helikopter – en toen we ons registreerden was er in principe nog plaats – maar dit kon tot op de ochtend van vertrek wijzigen. Voor de zekerheid hadden we dus ook twee stoelen gereserveerd in de bus (12 uur), omdat we uiteraard onze vlucht niet wilden missen. De bus vertrok om 07:30 uur in de ochtend, terwijl de organisatie van de helikopter-vlucht ons pas om 07:15 uur uitsluitsel kon geven of we konden vliegen of niet. Dat was dus allemaal heel erg krap, omdat we tot zo laat moesten wachten, en in het geval dat we niet konden vliegen we maar 15 minuten speling hadden om naar het busstation te gaan, en zoals gewoonlijk in India ook niet alles 100% op de afgesproken tijd verloopt. Het was dus even flink peentjes zweten zo op de vroege ochtend – maar zo rond 07:20 kwam het verlossende woord – we konden mee met de helikopter! We waren natuurlijk super enthousiast en blij (nog nooit in een helikopter gevlogen, en zeker op zo'n mooie plek) en uiteraard het feit dat we niet 12 uur lang in een veel te krappe en trage bus hoefden te zitten. Na het verlossende woord eten we nog even vlug een klein ontbijtje en gaan daarna met de rickshaw naar de helipad. Hier wordt er een snelle veiligheidscheck gedaan en moeten we wachten op de aankomst van de heli. Na een half uurtje horen we hem in de verte aankomen en met de camera in de aanslag staan we hem op te wachten. Als de helikopter is geland worden we gemaand om snel aan boord te gaan, en we hebben de hele achterbank (normaal 4 personen) voor ons alleen. Nog steeds een beetje in shock van het enorme geweld boven je hoofd kijk ik uit het raampje. Tot mijn grote verbazing is de helikopter alweer in de lucht en zweven we al een paar meter boven de grond. Dat ging dus verbazend soepel! Het was een prachtig gezicht en een super gevoel om zo weg te zweven van deze mooie bestemming – en het uitzicht over alle kleine eilandjes en het tegenwoud beneden was echt overweldigend! We hebben nog 1 tussenstop ergens gemaakt, om mensen aan boord te laten, en daarna vliegen we in een rechte lijn door naar Port Blair. Om half 10 staan we op het vliegveld, en realiseren ons dat met een beetje pech we nu nog zo'n 8 uur in de bus hadden moeten zitten. Relaxed! We spenderen de rest van de dag op een nabijgelegen strandje en aan het einde van de middag relaxen we nog wat in het guesthouse in de buurt van het vliegveld dat we geboekt hebben. De volgende ochtend is het opnieuw vroeg uit de veren om terug te vliegen naar Delhi. De Andaman eilanden waren een heerlijke en tropische variatie op het soms hectische en chaotische India. Het is eigenlijk best wel even balen om weer terug te 'moeten' naar het vaste land! Haha, wat ben ik toch een ontzettend verwend nest. Het plan is nu om na aankomst in Delhi per trein naar Agra te reizen, en de Taj Mahal te bezoeken. Daarna weer terug naar Delhi om de auto op te halen en verder naar het noorden te reizen – en de Himalaya in te trekken. Hierover lezen jullie in mijn volgende blog – en zoals altijd – kijk zeker nog even naar de nieuwe foto's voor al het bewijsmateriaal van de mooie plekken waar ik weer geweest ben!

2 Reacties

  1. Joke Dekker:
    24 mei 2015
    Hoi Frank,
    Lees met veel plezier jouw verhalen en kijk alweer uit naar de volgende belevenissen. Raakt je harde schijf langzamerhand niet vol van alles wat jullie meemaken? Goed dat je veel beschrijft, zodat je dit later nog eens kunt herbeleven.
    Blijf genieten samen!
    Groetjes, Joke
  2. Gezinus Dekker:
    25 mei 2015
    Hoi Frank en Sibylle,
    Ik kijk elke keer weer uit naar jullie avonturen in die verre oorden. Wat zijn jullie toch een bofkonten dat je dit kunt en durft te doen. Heerlijk om van jullie beleving een verslag te krijgen!
    Geniet ze!!
    Groetjes, Gezinus